Uit de Atlas van A.Grolman
Het Ledig Erf 1914
Het Ledig Erf 1914


Het Ledig Erf roept in eerste instantie het beeld op van het gezellige plein met de diverse terrassen, zoals dat van café Ledig Erf. Maar dit uiteinde van de Oudegracht draagt de naam Tolsteegbarrière.

Het 'echte' Ledige Erf ligt net aan de overzijde van de Tolsteegbrug. Toen deze foto in 1914 gemaakt werd, lag over de Vaartsche Rijn de Tolsteegbasculebrug, die in 1906 ten behoeve van de elektrische tram was geconstrueerd. De tram van ringlijn 1 rechts op de voorstelling is er zojuist overheen gereden, waarna de brug in beslag genomen wordt door voetgangers, al dan niet met een fiets aan de hand. Links is een tram van lijn 3 te zien die richting Tolsteegbrug gaat en vandaar via de Lange Nieuwstraat en het centrum in de richting van de Daalse buurt reed. Lijn 1 reed sinds 20 juni 1906 en lijn 3 vanaf 3 november 1908.

Voor de aanleg van de ringlijn moest een schitterende rij bomen langs het zuidelijke deel van de Catharijnesingel gekapt worden, zo vermeldt Anthony Grolman bij een andere kaart in zijn atlas, waarop deze bomen zijn afgebeeld. Het voertuig van lijn 3 op de foto heeft geen deuren. Ondanks veel gemopper over kou en tocht in de trams kregen pas in de jaren twintig alle tramwagens deuren.

Op de achtergrond is een kiosk te zien. Een vergelijkbare kiosk op de Maliesingel werd aangeduid als 'melkkiosk', dus kennelijk kon men in deze kiosken een verfrissing krijgen. Links ervan staat een brievenbus. Aan het water staat een aanplakbord voor reclamedoeleinden. Rechtsachter op het erf is nog een deel van het logement de Geldersche Bloem te zien, dat naar rechts doorliep tot de hoek van de Gansstraat.

De kop van de Gansstraat is nu een braakliggend terrein. Archeologisch onderzoek op dit ogenschijnlijk oninteressante veldje bracht in 2006 de fundamenten aan het licht van het middeleeuwse Sint- Joostengasthuis, dat in 1377 door een broederschap was opgericht.

De stichtingsbrief van 'de gehemene broeders van sinte Yoest broederscap in de Tollenstege bi Utrecht' vermeldt een aantal bijzonderheden: het aantal van de broeders moest altijd precies 50 zijn, plus een bode. Twee hospitaalmeesters, die de zorg over het gasthuis hadden, werden uit eigen kring gekozen en maakten na twee jaar plaats voor opvolgers. Men kon niet zomaar lid van de broederschap worden, maar moest 'twe pont penninghe' inbrengen en een bedevaart naar Sint Joost - waarschijnlijk de kapel van Sint Joost ten Noode in Brussel - volbracht hebben.

In 1557 werd het gasthuis bestemd voor de opvang van lijders aan 'pestilentie ende ’t roode buykuyvel'. Tijdens het beleg van Vredenburg (eind 1576 en begin 1577) werden de gebouwen grotendeels door brand verwoest. Korte tijd later werden ze afgebroken.

De Utrechtse kunstenaar Anthony E. Grolman (1843-1926) legde een enorme collectie van prentbriefkaarten, aquarellen, foto's, etsen en litho's aan. Deze geordende verzameling geeft een goed beeld van de stad Utrecht en haar directe omgeving rond 1900. Tekst: Jetty en Paul Krijnen. Reacties: P.Krijnen@casema.nl. Reproductie en restauratie: Foto Verhoeff www.verhoeff.com de pasfoto specialist Bron:Ons Utrecht