Uit de Atlas van A.Grolman |
Het Lucasbolwerk in 1899
|
De foto geeft een beeld van het Lucasbolwerk in 1899: een bomenrijk park waarin een muziektent de aandacht trekt. Links werkt een tuinman aan het onderhoud van het park, rechts is een wagen te zien en een grazend paard met begeleider. Dit alles doet vermoeden dat de plantsoenendienst hier is vertegenwoordigd. Omstreeks 1870 werd na afgraving van het aarden Lucasbolwerk op deze locatie een park aangelegd. De operatie maakte deel uit van het plan van landschapsarchitect J.D. Zocher uit 1829, om op de plaats van de middeleeuwse stadsmuur een plantsoen langs de singels aan te leggen. Het Lucasbolwerk werd binnen dit project dus relatief laat tot park omgevormd. Dit had te maken met het feit dat de gemeente weliswaar de grond bezat, maar de erop gelegen fabriek en directeurswoning van de voormalige suikerraffinaderij (opgericht in 1721) privé-eigendom waren. De onteigeningsprocedure nam de nodige tijd in beslag: pas in 1872 waren alle gebouwen afgebroken. Behalve het Lucasbolwerk werden ook het Begijnenbolwerk en het Lepelenburg afgegraven, alle behorend tot de vijf aarden bolwerken die in 1577 ter verdediging van de stad door prins Willem van Oranje tijdens de Tachtigjarige oorlog waren aangelegd. Terwijl men het afgegraven gebied van het Begijnenbolwerk voor huizenbouw benutte, werden het Lepelenburg en het Lucasbolwerk opgenomen in Zochers plantsoenaanleg. Het had niet veel gescheeld of het Lucasbolwerk had rond 1870 ruimte moeten bieden aan de Oosterspoorweg. Het plan was namelijk deze nieuwe lijn vanaf Zonnenburg (de Sterrenwacht) over een gedempte singelgracht, via Lepelenburg en Lucasbolwerk in de richting van het huidige Griftpark te leiden. De afgegraven bolwerken en gedempte singelgracht boden in die optiek goede ruimte voor een stationsemplacement. Uiteindelijk werd gekozen voor een tracé met een ruime boog om de binnenstad. Wel werd daarbij het eind van de Maliebaan doorsneden, wat het nodige gemopper onder de Utrechtse burgerij opleverde, en een deel van het park Het Hogeland gebruikt. De houten muziektent, centraal op de foto, vormde een vertrouwd element in negentiende-eeuwse parken. Nog steeds staat er zo’n muziektent op het Lepelenburg. Op zomeravonden kon men op het Lucasbolwerk luisteren naar uitvoeringen van de harmoniekapel van het Utrechtsch Stedelijk Orkest. Op den duur voldeed het plantsoen niet meer aan de wensen van de bezoekers. Daarom besloot de gemeenteraad in 1904 dat er zacht glooiende heuvels aangelegd zouden worden. Tijdens deze operatie werd de oude muziektent in 1907 vervangen door een nieuw gietijzeren exemplaar. Nog tot 1938 konden wandelaars en muziekliefhebbers genieten van dit bomenrijke park met zijn fleurige bloemperken. Daarna verloor het park zijn functie: een nieuwe stadsschouwburg verrees en de muziektent werd afgebroken. Momenteel wordt een plan ontwikkeld waarbij het oorspronkelijke karakter van het restant van het park weer enigszins hersteld wordt. |
De Utrechtse kunstenaar Anthony E. Grolman (1843-1926) legde een enorme collectie van prentbriefkaarten, aquarellen, foto's, etsen en litho's aan. Deze geordende verzameling geeft een goed beeld van de stad Utrecht en haar directe omgeving rond 1900. Tekst: Jetty en Paul Krijnen. Reacties: P.Krijnen@casema.nl. Reproductie en restauratie: Foto Verhoeff www.verhoeff.com de pasfoto specialist Bron:Ons Utrecht |