Uit de Atlas van A.Grolman
De Hooikade op de Wittevrouwensingel
De Hooikade op de Wittevrouwensingel


De noordzijde van de singel, die sinds een aantal jaren weer van oost tot west van een gracht voorzien is, heet grotendeels Weerdsingel. Alleen het meest oostelijke deel, op de foto afgebeeld, wordt aangeduid als Wittevrouwensingel. Rond 1900 had dit deel als bijnaam de Hooikade. Er was een particuliere hooiwaag, die ook op de foto te zien is, waar het aangevoerde hooi gewogen werd.

Naar aanleiding van een plan in 1900 om de hooiwaag samen te voegen met de stadswaag, die toen gevestigd was op de Nieuwe Kade, schetste C.W. Wagenaar in zijn rubriek 'Kijkjes van den Dom' in de Utrechtsche Courant het volgende beeld: 'Dat (de mogelijke verplaatsing van de waag) zou wel een schadepostje zijn voor de particuliere hooiwaag van de Wittevrouwensingel, waar nu nagenoeg al het hooi gewogen wordt al is het niet te voorzien, dat het gehele hooivervoer naar een andere plaats is te verleggen. De hooikade blijft voor de schippers de beste gelegenheid. In den hooitijd liggen er niet zelden een dozijn schepen gelijk in lossing en van oudsher is de plaats er voor aangewezen geweest. Daarom zal een nieuwe waag de hooilossing nooit heelemaal tot zich kunnen trekken.'

Een belangrijke afnemer was het sedert 1867 aan de singel gevestigde bedrijf Hooghiemstra, dat veevoer en aanverwante zaken leverde. Het hooi voor dit bedrijf kwam voor een belangrijk deel van het Kampereiland, gelegen aan de monding van de IJssel, en uit Zeeland, Gelderland en Brabant, waar boeren gecontracteerd waren om te leveren.

Hooghiemstra verwerkte ook turf tot turfstrooisel voor in de stallen van boeren. De turfkade was precies in de bocht van de Wittevrouwensingel gelegen. De turf was vooral afkomstig uit de oostelijke veengebieden en werd aangevoerd via het Zwarte Water, dat uitmondde in de Vecht, even ten noorden van de stad.

In de zeventiende eeuw, toen de Utrechtse economie stagneerde, terwijl Amsterdam bloeide, ontwierp de excentrieke jonkheer Everard Meyster het plan om ten noordoosten van Utrecht een haven aan te leggen. Een nieuw te graven kanaal, de Eemsche Zeevaerd, moest de stad vanaf de bocht in de Wittevrouwensingel met de Zuiderzee verbinden. Van dit plan kwam niets terecht. Wel was twee eeuwen later op deze plek alsnog een klein havengebiedje ontstaan.

Op de achtergrond van de foto is naast de mast van het schip een grote schoorsteen te zien

De Utrechtse kunstenaar Anthony E. Grolman (1843-1926) legde een enorme collectie van prentbriefkaarten, aquarellen, foto's, etsen en litho's aan. Deze geordende verzameling geeft een goed beeld van de stad Utrecht en haar directe omgeving rond 1900. Tekst: Jetty en Paul Krijnen. Reacties: P.Krijnen@casema.nl. Reproductie en restauratie: Foto Verhoeff www.verhoeff.com de pasfoto specialist Bron:Ons Utrecht