Uit de Atlas van A.Grolman |
De Kromme Rijn rond 1900
|
Toen de Romeinen in de eerste eeuw na Christus in Trecht hun legerkamp vestigden, vormde de Kromme Rijn nog de hoofdloop van de Rijn en de noordgrens van het Romeinse rijk. De rivier, die van Wijk bij Duurstede naar Utrecht stroomt, was ook belangrijk voor de handel, maar dat veranderde toen in 1122 de Utrechtse bisschop een dam liet bouwen bij Wijk bij Duurstede ten behoeve van de afwatering van het drassige veengebied. Om de stad tegemoet te komen verleende hij Utrecht stadsrechten en werd de Vaartsche Rijn aangelegd als nieuwe verbinding met de grote rivieren. Evenals bij de Vaartsche Rijn en de Leidsche Rijn ontwikkelde zich bedrijvigheid langs de Kromme Rijn. Aan het eind van de negentiende eeuw waren in de nabijheid van de rivier onder meer te vinden: houtzaagmolen Kranenburg en korenmolen de Gans, de grote houthandel Kievit en de Asfaltfabriek van Stein en Takken. Als gevolg van de grote brand bij dit laatste bedrijf in 1918 liepen tienduizenden liters asfalt de Kromme Rijn in, waardoor bij laag water de schepen op deze plek vastliepen. De foto is genomen vanaf de Krommerijnbrug nabij de Tolsteegsingel en geeft een indruk van het dagelijks leven rond 1900. Langs de Krommerijn woonden doorgaans mensen met eenvoudige beroepen: handwerkslieden en een enkele bakker en melkhandelaar. Links staat een wit huisje met halfronde boogvensters. Het heeft als opschrift 'riet en Moscovische matten'. Deze matten werden gemaakt van lindebast en gebruikt in de tuinbouw, bijvoorbeeld bij het opbinden van bloemen. De weg langs het water rechts is tegenwoordig nog steeds heel smal en heeft het karakter van het jaagpad, dat het ooit was, behouden. De twee huizen rechts vooraan staan er nog steeds (huidige nummers 32,33,35 en 36). De twee witte huizen die daarop volgen zijn verdwenen, maar het hogere huis daarachter is het huidige nummer 70. Aan het begin van de Kromme Rijn stond het Wijksche Veerhuis, dat diende als goederenkantoor en logement. Andere veerhuizen in Utrecht waren het Leidsche, Vaartsche en Amsterdamsche veerhuis. Er was zelfs een Zeeuwsch veerhuis, dat echter in tegenstelling tot de andere veerhuizen de belofte in zijn naam niet waarmaakte: van daaruit kon men de boot naar Schalkwijk nemen. |
De Utrechtse kunstenaar Anthony E. Grolman (1843-1926) legde een enorme collectie van prentbriefkaarten, aquarellen, foto's, etsen en litho's aan. Deze geordende verzameling geeft een goed beeld van de stad Utrecht en haar directe omgeving rond 1900. Tekst: Jetty en Paul Krijnen. Reacties: P.Krijnen@casema.nl. Reproductie en restauratie: Foto Verhoeff www.verhoeff.com de pasfoto specialist Bron:Ons Utrecht |