Uit de Atlas van A.Grolman
Het hoofdpostkantoor Achter de Dom 1905
Het hoofdpostkantoor Achter de Dom 1905


Sinds de postwet van 1850 was er in elke gemeente in Nederland een postkantoor, hulpkantoor of bestelhuis gevestigd. In Utrecht bestond al vanaf 1721 de stadsposterij, die ondergebracht was in het 'postcamertje' van het stadhuis. Ten tijde van de Franse bezetting, in 1806, vond een verhuizing plaats naar de Jansdam, op de hoek van de Kromme Nieuwegracht. Na nog drie volgende verplaatsingen, respectievelijk naar Drift, Janskerkhof en Catharijnekade/hoek Vredenburg, kocht de gemeente in 1867 het ruime achttiende eeuwse pand Achter de Dom 14 aan en verhuurde het aan het Rijk. Later, in 1873, werd het gebouw door het Rijk aangekocht.

Het pand met zijn hardstenen Lodewijk XV gevel heeft nog steeds hetzelfde aanzien als op deze foto uit 1905, alleen was toen nog de tekst 'Koninklijk Postkantoor' als belettering op de gevel aanwezig. Er zijn trouwens nog steeds sporen zichtbaar van deze letters. Momenteel is er het architectuurcentrum Aorta te vinden. Toen de foto gemaakt werd, was het kantoor bijna veertig jaar op deze locatie gehuisvest. De kaart is uitgegeven door A. Latour, die op de benedenverdieping van het postkantoor enige tijd zijn prentbriefkaartenwinkel gehuisvest had. Hij woonde zelf in het pand nr. 16, rechts op de foto. Nog tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw werd dit huis door de dames Latour bewoond.

Een eerste uitbreiding van het kantoor vond plaats in 1883, nadat een jaar eerder de pakketpostdienst was ingesteld. In de tuin achter het gebouw werd een opslagkamer gebouwd. In 1887 trok men het pand nr. 12, waarvan links op de foto een klein gedeelte van de gevel zichtbaar is, bij het hoofdgebouw. Van oorsprong was dit een stal en koetshuis dat in 1860 gebouwd was en bij het pand Achter Sint Pieter 21 hoorde. De staldeuren op de begane grond werden in 1903 verbouwd tot vensters, tegelijkertijd met een verbouwing van het interieur van dit pand nr. 12. De ruimte werd benut voor de verwerking van pakketpost en diensten voor de Rijksverzekeringsbank. Inmiddels waren er al vier bijkantoren in de stad. Daar vonden de loketdiensten plaats, terwijl het hoofdpostkantoor geconcentreerd bleef op de bestelling van briefpost.

Met de toename van het postverkeer kwamen steeds meer bestellers in dienst. Vanuit het pand Achter de Dom vertrokken ze zes keer per dag te voet om een bepaalde wijk van post te voorzien. Een wandeling naar Tolsteeg was betrekkelijk eenvoudig, omdat de mensen in die wijk weinig post ontvingen. Wie de post naar de omgeving van het Wilhelminapark moest brengen had het zwaarder, want daar zaten de meeste klanten. Wat een brievenbesteller ook veel tijd kostte, was het aanbellen bij de geadresseerden. Veel huizen hadden namelijk nog geen brievenbussen en het was verboden om de post onder de deur door te schuiven. De tocht van menig brievenbesteller eindigde weer bij het postkantoor, omdat de post die niet kon worden overhandigd aan de geadresseerden, weer afgeleverd moest worden op het kantoor. De brievenbussen in de stad werden vijf keer per dag gelicht door 'bussenwagens', die met één of twee paarden bespannen waren. De firma Schoonhoven-Buijtendijk op de hoek van de Schalkwijkstraat en de Nieuwegracht leverde de paarden en onderhield de bussenwagens.

Intussen kreeg het hoofkantoor steeds meer te maken met ruimteproblemen. Vanaf 1912 onderhandelde de directie met het gemeentebestuur over een ander onderkomen, wat uiteindelijk in 1924 resulteerde tot de ingebruikname van het huidige gebouw op de Neude, waar Posterijen, Telegrafie en Telefonie verenigd werden.





De Utrechtse kunstenaar Anthony E. Grolman (1843-1926) legde een enorme collectie van prentbriefkaarten, aquarellen, foto's, etsen en litho's aan. Deze geordende verzameling geeft een goed beeld van de stad Utrecht en haar directe omgeving rond 1900. Tekst: Jetty en Paul Krijnen. Reacties: P.Krijnen@casema.nl. Reproductie en restauratie: Foto Verhoeff www.verhoeff.com de pasfoto specialist Bron:Ons Utrecht